Uitbreiding Flexi-jobs
UPDATE dd 03/01/2018
Vanaf 1 januari 2018 wordt de bestaande regeling van de flexi-jobs in de horeca uitgebreid naar enkele andere sectoren.
In de Kamer werd het voorontwerp van de wet voor uitbreiding van de flexi-jobs in andere sectoren dan de horeca neergelegd. Eind september oordeelde het Grondwettelijk Hof dat de flexi-jobs in de horecasector niet strijdig zijn met de Grondwet en geen discriminatie en afbreuk van de sociale zekerheid inhouden. Hierdoor ligt de weg open om flexi-jobs ook in andere sectoren toe te laten, vanaf 1 januari 2018.
Toepassingsgebied
De mogelijkheid om een flexi-job werknemer aan te werven zal uitgebreid worden naar:
-
PC 118.03 voor bakkerijen, banketbakkerijen en consumptiesalons bij een banketbakkerij;
-
PC 119 van de handelaars in voedingswaren;
-
PC 201 van de zelfstandige kleinhandel;
-
PC 202 van de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;
-
PC 202.01 voor middelgrote levensmiddelenbedrijven;
-
PC 311 voor de grote kleinhandelszaken;
-
PC 312 voor de warenhuizen;
-
PC 314 voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen;
- PC 322 voor de uitzendarbeid, als de gebruiker ressorteert onder één van de hierboven opgesomde PC’s of de horeca (PC 302).
Welke werknemers komen in aanmerking?
Een werknemer kan als flexi-job werknemer aan de slag wanneer hij bij één of meerdere andere werkgevers minstens 4/5e van een voltijdse job tewerkgesteld was, in het derde kwartaal voorafgaand aan de tewerkstelling als flexi-job werknemer.
Uitzondering
Vanaf 2018 wordt er een uitzondering toegestaan op bovenstaande regel voor gepensioneerden en tijdelijke leerkrachten.
- Personen die op het einde van het tweede kwartaal dat aan de tewerkstelling als flexi-job voorafgaat, het statuut van gepensioneerde hebben, kunnen voortaan als flexi-job werknemer aan de slag. Het loon dat een gepensioneerde met een flexi-job verdient, wordt als beroepsinkomen beschouwd. Hiermee moet dus rekening gehouden worden indien de gepensioneerde in het kader van toegelaten arbeid beperkt mag bijverdienen.
- Voor een tijdelijke leerkracht die tijdens de zomervakantie een uitgestelde bezoldiging of een werkloosheidsuitkering ontvangt, zullen de zomermaanden gelijkgesteld worden met gewerkte dagen. Zo kunnen zij 3 kwartalen later (zijnde het 2e kwartaal van het volgende jaar) ook als flexi-job werknemer werken.
Welke formaliteiten naleven?
-
Voor de aanvang van de eerste tewerkstelling moet er steeds een schriftelijke ‘raamovereenkomst’ opgesteld worden met een aantal verplichte vermeldingen. Deze raamovereenkomst moet aanwezig zijn op de plaats van tewerkstelling van de flexi-job werknemer.
De raamovereenkomst houdt geen verbintenis in om één of meerdere arbeidsovereenkomsten te sluiten. Het legt enkel het kader vast waarbinnen de flexi-job tewerkstelling kan gepresteerd worden.
-
Daarnaast moet er een schriftelijke (vol- of deeltijds, voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk) of mondelinge (per dag) flexi-job-arbeidsovereenkomst worden afgesloten.
-
Er moet ook een dimona-aangifte gebeuren vooraleer de werknemer het werk aanvat. Deze dimona aangifte kan niet meer dan 31 dagen voor het begin van het kwartaal van indiensttreding gebeuren en moet uiterlijk gedaan zijn voor aanvang van de prestaties:
-
Is er een schriftelijke flexi-job-arbeidsovereenkomst, dan moet de dimona-aangifte per arbeidsovereenkomst gebeuren zonder dat deze aangifte het kwartaal overschrijdt. Loopt de arbeidsovereenkomst over meerdere kwartalen, dan moeten er meerdere dimona-aangiftes gebeuren.
-
Is er een mondelinge arbeidsovereenkomst afgesloten, dan zal er gewerkt moeten worden met dimona-aangiftes per dag. Deze dimona-aangiftes moeten dan het tijdstip van het begin en einde van de arbeidsprestaties bevatten.
-
-
Voor elke flexi-job werknemer moet het begin en het einde van elke arbeidsprestatie geregistreerd en bijgehouden worden. Dit gebeurt via het bestaande dimona-kanaal. Deze aanwezigheidsregistratie komt bovenop de dimona-aangifte. Vanaf 2018 is dit ook mogelijk via een systeem van tijdsopvolging dat aan een aantal voorwaarden voldoet (bv. een tikklok). Dit systeem moet minstens voldoen aan volgende voorwaarden:
-
Het moet voor elke betrokken flexi-werknemer volgende gegevens bevatten:
-
identiteit van de werknemers;
-
per dag het begin en einde van de prestaties en de rustpauzes, opgetekend op het ogenblik dat de prestaties beginnen, dat ze eindigen en bij het begin en einde van elke rustpauze;
-
de periode waarop de opgetekende gegevens betrekking hebben.
-
-
Het moet de opgetekende gegevens bijhouden gedurende de betrokken periode en zowel de werknemer als de bevoegde ambtenaar moeten het kunnen raadplegen;
-
De opgetekende gegevens moeten bewaard worden zoals voorgeschreven;
-
Het moet mogelijk zijn voor de vakbondsafvaardiging om haar bevoegdheden uit te oefenen m.b.t. het systeem van tijdsopvolging en de opgetekende gegevens.
-
Enkel de flexi-job werknemers waarvoor de werkgever reeds een dagaangifte gedaan heeft, met vermelding van begin en einde van de arbeidstijd, hoeven niet meer geregistreerd te worden in een apart systeem van tijdsopvolging.
Indien deze voorwaarden niet nageleefd worden, zal de werknemer voor het lopende kwartaal beschouwd worden als gewone voltijdse werknemer, waarbij de gewone bijdragen verschuldigd zijn. Daarnaast voorziet het sociaal strafwetboek sancties van niveau 3 en kan de onderneming een exploitatieverbod krijgen of zelfs gesloten worden.
Welk loon betalen?
Het loon van een flexi-job werknemer bestaat uit
-
Het basis flexi-loon vastgelegd op 9,18 euro/uur minimum;
-
Aangevuld met alle sectorale en conventioneel voorziene toeslagen en/of premies (bv. toeslag voor nachtwerk, zondagsarbeid,…);
-
Flexi-vakantiegeld ten belope van 7,67% op al het flexi-loon (incl. toeslagen, premies,…).
Voor de werknemers is het flexi-loon een netto bedrag.
De werkgever betaalt een bijzondere bijdrage van 25% sociale zekerheidsbijdragen.
Het is nu nog even afwachten op de definitieve goedkeuring van deze uitbreiding.
U kan bij uw dossierbeheerder terecht voor meer informatie.