Nieuws

Contacteer ons

Hoe kan Sodibe uw onderneming helpen?

Mail uw vraag

Actualiteit

Terug naar overzicht

Responsabiliseringsbijdrage bij schending voorrangsregels deeltijders

Elke deeltijdse werknemer moet bij voorrang aanspraak maken op een gepaste openstaande voltijdse betrekking of een deeltijdse job die hem bijkomende arbeidsuren oplevert. Een werkgever die deeltijdse werknemers in dienst heeft die bovenop hun deeltijds loon een inkomensgarantie-uitkering krijgen, is verplicht deze werknemers schriftelijk te informeren omtrent vacante betrekkingen. Als dat niet gebeurt, dan riskeert de werkgever vanaf april 2020 een ‘responsabiliseringsbijdrage’ te moeten betalen. 

(K.B. van 2 mei 2019 tot uitvoering van de bepalingen van de programmawet van 22 december 1989 die betrekking hebben op de voorrang voor deeltijdse werknemers om een vacante dienstbetrekking bij hun werkgever te verkrijgen, B.S. 15 mei 2019)

Doel van de maatregel

Sommige werknemers vinden geen gepaste voltijdse job en starten daarom deeltijds. Zij gaan dan ‘onvrijwillig’ deeltijds werken, waardoor ze een bijkomende uitkering krijgen van de RVA. Zij hebben het statuut van ‘onvrijwillig deeltijds met behoud van rechten met recht op een inkomensgarantie-uitkering (IGU)’. Door het aanbieden van bijkomende uren bij voorrang aan deze werknemers, blijven ze slechts tijdelijk in deze situatie en kunnen ze sneller meer uren of voltijds gaan werken.

Welke werknemers?

Alle deeltijdse werknemers kunnen bij voorrang aanspraak maken op het bekomen van een vacante betrekking in de onderneming. Enkel de werkgever die een vacante betrekking in de onderneming niet bij voorrang toekent aan een deeltijdse werknemer met een inkomensgarantie-uitkering, zal gesanctioneerd worden met de responsabiliseringsbijdrage.

Bepaalde categorieën van werknemers zijn uitgesloten:

  • werknemers in de publieke sector;
  • uitzendkrachten;
  • dienstencheque-werknemers;
  • gelegenheidswerknemers.


Welke vacatures?

De werkgever is enkel verplicht vacatures mee te delen wanneer tegelijkertijd aan drie voorwaarden werd voldaan:

  • De deeltijdse werknemer heeft een uitdrukkelijke schriftelijke aanvraag gedaan bij zijn werkgever om voorrang te bekomen.
  • De openstaande uren moeten betrekking hebben op dezelfde functie als uitgeoefend door de deeltijdse werknemer, en de werknemer beschikt over de vereiste kwalificaties.
  • De arbeidsduur van de werknemer zal daadwerkelijk verhogen gedurende minstens een maand of voor onbepaalde tijd.

 

Schriftelijk aanbod door de werkgever

De werkgever moet het aanbod doen binnen een termijn van één maand, die ingaat de dag volgend op de dag waarop de dienstbetrekking vrij komt. Dit aanbod dient te gebeuren via aangetekende zending (eventueel elektronisch), ofwel schriftelijk met ondertekening voor ontvangst door de werknemer, ofwel op elektronische wijze mits ontvangstbevestiging.

Dit schriftelijk aanbod bevat:

  • een beknopte beschrijving van de functie;
  • de duur van de overeenkomst;
  • het aantal uren en het werkrooster;
  • de plaats van tewerkstelling;
  • de termijn waarbinnen de werknemer moet reageren.

De werkgever moet een afschrift van de mededelingen aan de deeltijdse werknemers, op papier of elektronisch, gedurende zeven jaar bewaren.

Controle

In de loop van 2020 zal de werkgever via de elektronische aangiftes (ASR) meer informatie omtrent deeltijders moeten meedelen aan de RVA.

  • Bij de aanvang van deeltijdse arbeid zal aangeduid moeten worden of de werknemer een aanvraag heeft ingediend om een voltijdse betrekking te verkrijgen of niet (via ASR werkloosheid scenario 3).

  • Bij de maandelijkse aangifte van de geleverde prestaties en het verdiende loon (via ASR werkloosheid scenario 6) zal de werkgever moeten vermelden dat de werknemer niet is ingegaan op een aanbod voor bijkomende uren.

Responsabiliseringsbijdrage  

Een werkgever die zijn verplichting inzake mededeling en voorrang t.a.v. deeltijdse werknemers met een IGU niet naleeft, kan beboet worden door middel van de responsabiliseringsbijdrage. Deze bijdrage bedraagt 25 euro per deeltijdse werknemer met een IGU, per maand waarin de verplichting niet werd nageleefd. Enkel arbeidsovereenkomsten vanaf 1 januari 2018 zullen in aanmerking komen voor een mogelijke sanctie.

De responsabiliseringsbijdrage is verschuldigd vanaf het kwartaal dat volgt op de vier kwartalen waarin minstens één bijkomend uur beschikbaar was dat niet aan een deeltijdse werknemer met IGU werd toegekend.  De controle op de naleving van de verplichtingen zal gebeuren vanaf 1 april 2019. Ten vroegste vanaf 1 april 2020 zullen er effectieve sancties gegeven worden.

De responsabiliseringsbijdrage zal niet betaald moeten worden in volgende situaties:

  • Als de werkgever gedurende een jaar, vanaf de eerste aanvraag om bijkomend werk van de deeltijdse werknemer met een IGU, geen bijkomende uren beschikbaar heeft.

  • Als de bijkomende uren het aantal uren van de deeltijdse werknemer niet daadwerkelijk zou verhogen.

  • Als de werkgever kan aantonen dat de deeltijdse werknemer het aanbod geweigerd heeft.

  • Als de werkgever kan aantonen dat het bijkomend werk niet ging om dezelfde functie of de juiste kwalificaties.

  • Als de werkgever kan aantonen dat de bijkomende uren beschikbaar waren in een andere vestigingseenheid dan die waar de deeltijdse werknemer werkt.

  • Als de werkgever kan aantonen dat de bijkomende uren betrekking hebben op prestaties tijdens dezelfde tijdsblokken waarop de deeltijdse werknemer al werkt.

Terug naar overzicht