Maatregelen Tax Shift-Wet

In het B.S. van 30 december 2015 werd de Wet houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht (ook Tax Shift-Wet genoemd) gepubliceerd.

Deze wet omvat volgende maatregelen:

  • Uitbreiding RSZ-verminderingen eerste aanwerving

  • Verlaging patronale RSZ-bijdragen vanaf 1/04/2016

  • Versterking fiscale vrijstelling bedrijfsvoorheffing ploegen- en nachtarbeid vanaf 1/1/2016

  • Afschaffing van de 1% IPA-vrijstelling bedrijfsvoorheffing in profitsector vanaf 1/4/2016

  • Versterking van de koopkracht voor de werknemer

     

1/ Uitbreiding RSZ-verminderingen eerste aanwerving

Deze maatregel werd eerder besproken in het nieuwsbericht van 10 november 2015.

2/ Verlaging patronale RSZ-bijdragen

Er komt een geleidelijke verlaging van de patronale bijdragen RSZ vanaf 1 april 2016.  Deze verlaging wordt gerealiseerd door 2 elementen.

Vermindering van de basisbijdragen RSZ

Het percentage van de basisbijdragen zal wijzigen van 32,4% naar 30%. Vanaf 01/01/2018 zal dit verder dalen naar 25%.

Voor werkgevers uit de socialprofitsector en de beschutte werkplaatsen komt er voorlopig geen daling van de basiswerkgeversbijdragen.

Hervorming van de structurele vermindering RSZ

De structurele vermindering RSZ is een algemene automatische vermindering van de patronale RSZ voor bijna alle werkgevers. Deze structurele vermindering wordt eveneens stapsgewijs hervormd vanaf 1 april 2016.

3/ Versterking fiscale vrijstelling bedrijfsvoorheffing ploegen- en nachtarbeid

De fiscale vrijstelling tot doorstorting van bedrijfsvoorheffing in geval van ploegen- en nachtarbeid werd vanaf 1 januari 2016 verhoogd tot 22,8%. Dit bedroeg daarvoor 15,6%.

Deze vrijstelling van BV wordt verhoogd met 2,2% in het geval van volcontinuarbeid. Dat brengt de fiscale vrijstelling op 25%. Ook voor ondernemingen die hoogtechnologische producten produceren bedraagt de vrijstelling 25%.

4/ Afschaffing 1% IPA-korting in profitsector

De 1% algemene vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing wordt voor de profitsector vanaf 1 april 2016 afgeschaft. Voor de KMO’s in de profitsector blijft de resterende 0,12% verder behouden.

In de non-profitsector blijft de 1% algemene vrijstelling van doorstorting bedrijfsvoorheffing verder bestaan; deze wordt verhoogd tot 1,12% voor de KMO’s in de non-profitsector.

5/ Versterking van de koopkracht voor de werknemer

Een pakket fiscale maatregelen moet ervoor zorgen dat de koopkracht van de werknemers wordt verhoogd.

Verhoging forfaitaire beroepskosten

Alvorens belasting berekend wordt op het ontvangen loon (na inhouding van de RSZ-bijdragen), mogen de kosten die gemaakt zijn om dit loon te verkrijgen hiervan afgetrokken worden. Voor werknemers die niet kiezen om hun werkelijke beroepskosten te bewijzen, wordt rekening gehouden met forfaitaire beroepskosten die uitgedrukt worden als percentage op het bruto belastbaar loon. Die percentages liggen in 2016 hoger dan vorig jaar. Bovendien werden de grenzen van de verschillende schijven opgetrokken waardoor een werknemer langer recht heeft op de aftrek van hogere beroepskosten. Hoe hoger de aftrek van de beroepskosten is, hoe lager de belastbare basis is en dus uiteindelijk de verschuldigde belasting.

Deze percentages voor de beroepskosten worden gebruikt bij de berekening van de personenbelasting, maar de schalen voor de berekening van de in te houden bedrijfsvoorheffing houden al wel rekening met dit fiscaal voordeel.

Aanpassing grenzen belastingschijven

Vanaf 1 januari 2016 werden ook de belastingschijven gewijzigd en de belastingvrije som werd verhoogd.

Deze maatregelen zijn in principe pas van toepassing op de eindbelasting, maar via de aanpassing van de BV-schalen vanaf 1 januari 2016 werd dit reeds zichtbaar op het loonbriefje vanaf de eerste maand van 2016.

Terug naar overzicht