Gedeeltelijke vrijstelling BV voor ploegenarbeid voor werken in onroerende staat

UPDATE dd 01/01/2020

Vanaf 2020 verhoogt de gedeeltelijke vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing voor werken in onroerende staat naar 18%.

Het minimum bruto-uurloon bedraagt vanaf 2020 €14,19.


Vanaf 1/1/2018 kunnen werkgevers, die werknemers tewerkstellen die ploegenarbeid op werven verrichten, onder bepaalde voorwaarden genieten van een gedeeltelijke vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing.

Voorwaarden

Om in aanmerking te komen, moet aan volgende voorwaarden voldaan zijn:

  • In ploegverband;

  • Op locatie;

  • Werken in onroerende staat uitvoeren;

  • Aan een bepaald minimum uurloon.

 

1. In ploegverband

De werken worden verricht in één of meerdere ploegen van minstens 2 werknemers die hetzelfde complementair werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang. De ploegen moeten elkaar niet opvolgen.

Hierbij mag geen rekening gehouden worden met studenten en alternerende leerlingen.

Een ploeg kan ook bestaan uit een werknemer en een uitzendkracht die ter beschikking wordt gesteld aan de werkgever. Een ploeg kan ook bestaan uit een werknemer en een zaakvoerder.

De werknemer moeten minstens 1/3 van zijn arbeidstijd in een bepaalde maand gewerkt hebben in een ploeg.

2. Op locatie

Er moeten prestaties geleverd worden op een werf, dus niet in het atelier of in het magazijn.

3. Werken in onroerende staat uitvoeren

De werken moeten werken betreffen in onroerende staat (gedefinieerd in artikel 20, §2 KB nr. 1 m.b.t. de regeling voor de voldoening van de BTW).

Dit betreft onder andere:

  • alle werken die betrekking hebben op het bouwen, het verbouwen, het afwerken, het inrichten, het herstellen, het onderhouden, het reinigen en het afbreken, geheel of ten dele, van een uit zijn aard onroerend goed;

  • elke handeling die erin bestaat een roerend goed te leveren en het meteen op zodanige wijze aan te brengen aan een onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt. Sommige werken worden gelijkgesteld met werken in onroerende staat.

Dit zijn dus niet enkel werken uitgevoerd door de bouwsector (PC 124). Mogelijks komen ook volgende sectoren in aanmerking: schoonmaak (PC 121), hout-& stoffering (PC 126), landbouw (PC 144), metaal (PC 111), elektriciens (PC 149.01).

4. Minimum uurloon

Elke werknemer in de ploeg heeft een bruto-uurloon van minstens 13,75 EUR (2018), 13,99 EUR (2019). Dit bedrag zal jaarlijks geïndexeerd worden.

Dit minimumuurloon is niet van toepassing voor studenten en alternerende leerlingen.

Percentage vrijstelling

De ploegen die in aanmerking komen, genieten van volgend vrijstellingspercentage op de belastbare bezoldigingen:

Vanaf jaar

Vrijstellingspercentage

2018

3%

2019

6%

2020

18%


Onder belastbare bezoldiging kunnen we verstaan:

  • Lonen;

  • Wedden;

  • Ploegenpremies;

  • Voordelen alle aard.

Op volgende elementen mogen we de vrijstelling niet toepassen:

  • Premies andere dan ploegenpremie;

  • Eindejaarspremie;

  • Achterstallige bezoldigingen;

  • Opzeggingsvergoedingen;

  • Vervangingsinkomsten;

  • Bezoldigingen verkregen door de werknemer maar toegekend aan zijn rechtverkrijgenden.


Zoals steeds kan u met al uw vragen terecht bij uw dossierbeheerder.

Terug naar overzicht