Vrijwillige overuren en interne overurengrens

Sinsd 23/04/2019 werd het krediet van de vrijwillige overuren vastgesteld op 120 uur. Voordien waren dit 100 vrijwillige overuren.


In het nieuwsbericht van 17/03/2017 werd een overzicht gegeven van de maatregelen betreffende werkbaar en wendbaar werk. Hier gaan we dieper in op 2 belangrijke wijzigingen in verband met de overuren, die reeds in werking getreden zijn.

Opfrissing omtrent overuren

In een beperkt aantal gevallen mogen de maximumgrenzen van de arbeidstijd overschreden worden. Deze mogelijkheden zijn bij wet bepaald. Overuren zijn de uren die gepresteerd worden boven de maximumgrenzen van de arbeidstijd.

  • Overuren met inhaalrust

Elk overuur dat gepresteerd wordt, geeft in principe recht op enerzijds een betaald uur inhaalrust en anderzijds een loontoeslag van 50% (overuur op weekdag) of 100% (overuur op zondag of feestdag).

Inhaalrust is nodig zodat de grenzen van de arbeidsduur gerespecteerd worden binnen de referteperiode. De inhaalrust moet in principe opgenomen worden voor het einde van het trimester waarin het overuur gepresteerd werd. Deze referteperiode kan op sectoraal vlak verlengd worden tot één jaar, zodat de inhaalrust opgenomen moet zijn wanneer het jaar eindigt.

  • Overuren die uitbetaald worden

Wanneer overuren gepresteerd worden in het kader van buitengewone vermeerdering van het werk en werken wegens onvoorziene omstandigheden, heeft de werknemer de keuze om een aantal overuren te laten uitbetalen in plaats van te recupereren.   

  • Fiscaal voordeel op overwerktoeslag

Voor de eerste 130 overuren per jaar geldt een belastingvoordeel. In de horecasector waar er gebruik gemaakt wordt van de geregistreerde kassa, gaat het om 360 overuren per jaar. 

wettelijke overloontoeslag

voordeel werkgever:
niet door te storten BV 

voordeel werknemer:
belastingvermindering

20% (bouwsector)

32.19% 66.81%

50% (minimale overloontoeslag)

41.25% 57.75%

100% (zondag, feestdag)

41.25% 57.75%

 
Het voordeel van de werkgever bestaat uit een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing van een percentage op het brutobedrag van de bezoldiging dat als basis heeft gediend voor de berekening van de overwerktoeslag.

De belastingvermindering voor de werknemer is gelijk aan een percentage van het totaal van de berekeningsgrondslagen voor overwerktoeslag voor overuren die de werknemer heeft gepresteerd.

Eerste aanpassing: 100 vrijwillige overuren  

Vanaf 1 februari 2017 kan een werknemer maximum 100 overuren per jaar presteren op vrijwillige basis. Een sectorale cao kan dit aantal op maximum 360 uren per jaar brengen.

Voor deze overuren legt de overheid geen regels op. Tot hiertoe waren overuren enkel toegelaten als de werkgever een wettelijk motief (buitengewone vermeerdering van het werk of onvoorziene noodzakelijkheid) had en er toestemming van de vakbondsafvaardiging en sociale inspectie was.  

  • Schriftelijk akkoord van de werknemer

Belangrijk hierbij is dat werkgever en werknemer akkoord gaan om deze overuren te presteren. De werknemer moet vooraf schriftelijk zijn akkoord geven om in te stappen in deze regeling. Dit akkoord is geldig voor 6 maanden en kan steeds opnieuw hernieuwd worden.  Uw dossierbeheerder kan voor u dit akkoord opmaken.

  • Geen inhaalrust, wel overloon

De gepresteerde vrijwillige overuren kunnen niet gerecupereerd worden. Er ontstaat dus geen inhaalrust. Wel ontvangt de werknemer voor deze overuren overloon volgens de gewone regels (150% of 200% voor overuren op zon- en feestdagen). Overloon moet enkel betaald worden als de normale grenzen van de arbeidsduur overschreden worden (boven 9 uren per dag of 38/40 uren per week). Deze overuren komen ook in aanmerking voor het belastingvoordeel.

  • Beperkt tot daggrens / weekgrens

Het presteren van vrijwillige overuren mag er niet voor zorgen dat de werknemer boven het maximum van 11 uur per dag of 50 uur per week gaat.  

Tweede aanpassing: Uitbreiding interne grens overuren tot 143 uren

De interne grens is het maximum aantal overuren dat een werknemer mag presteren in de referteperiode. Deze grens moet beletten dat werknemers te veel overuren zouden opstapelen. De referteperiode bedraagt in principe één kwartaal. Op basis van een KB, cao of wijziging aan het arbeidsreglement, kan de referteperiode verlengd worden tot max. één jaar. Zodra een werknemer tijdens de referteperiode de interne grens bereikt door het maximum aantal toegestane overuren te presteren, moet er inhaalrust worden toegekend.

Tot voor kort bedroeg deze interne grens 78 overuren voor een referteperiode van minder dan een jaar en 91 overuren voor een referteperiode van een jaar. Deze interne grens kon bij sector- of ondernemingscao worden uitgebreid tot 130 of 143 overuren.

De interne grens werd door de wet betreffende werkbaar en wendbaar werk voortaan vast op 143 overuren gezet, ongeacht de referentieperiode.  Dit geldt vanaf 1 februari 2017.  Een sectorale cao kan de grens wel verhogen. De werknemers mogen dus voortaan maximum 143 overuren presteren, waarna er onmiddellijk inhaalrust moet toegekend worden voor er opnieuw overuren gepresteerd mogen worden.

De vrijwillige overuren kunnen gecombineerd worden met de gewone overuren. De eerste 25 vrijwillige overuren tellen niet mee voor de berekening van de interne grens. Dit betekent dat van de 100 vrijwillige overuren 75 overuren meetellen voor de 143-uren teller. Een sectorale cao kan de grens van 25 overuren die niet mee tellen voor de bepaling van de interne grens, verhogen naar 60 uur.

Terug naar overzicht